De boekenpagina van Monique Wortelboer
Het kind bouwt zijn huis
Het begin van het leven is eigenlijk een groot, gedifferentieerd geboorteproces. Het verloop van dit incarnatieproces heb ik vergeleken met het bouwen van een huis op aarde. De ziel van het kind is daarbij de architect en de ouders zijn de aannemers. Aan de hand van deze vergelijking worden diverse periodes van groei en ontwikkeling onderscheiden. Het gaat erom hoe alle lagen zich voegen, op welke leeftijd en in welke volgorde. Er is telkens iets anders aan de orde en je kunt niet met het dak beginnen, wat ouders in onze tijd wel lijken te willen doen. Zo komt de uitvoering van de werktekeningen waarmee de architecten op aarde komen onder druk te staan waardoor kinderen uit balans raken. Gelukkig zijn de oplossingen heel eenvoudig en de mogelijkheden om tegemoet te komen aan de behoeften van het kind, heeft iedereen in huis.
Huishouden van het leven
In onze digitale wereld is het huishouden een therapeutische bezigheid geworden: het helpt mensen te gronden en in het hier en nu te leven. Voor kinderen is het een incarnatienoodzaak om in een huishoudelijke setting op te groeien. Het huishouden raakt aan veel aspecten van het leven: aan die van het samenleven in het gezin, aan vraagstukken over de opvoeding van de kinderen, aan aspecten met betrekking tot inkomen en werk en de rolverdeling tussen man en vrouw bijvoorbeeld. Ook stelt het ons voor vragen over de zin van het leven omdat de herhaling van de bezigheden veel mensen ervaren als een sleur die hen niet voldoende kan inspireren. Maar hoe kan de zorg voor elkaar niet van waarde zijn? Het is de meest essentiële bezigheid die een mens kan verrichten. En hoe vinden we die weer terug? Het boek leidt de lezer via verschillende invalshoeken naar een nieuwe verbinding met het huishouden.
Leven op eigen kracht
Een boekje over levenskracht, over de enige, echte levende energiebron van de mens die hem verbindt met de hele natuur. De illusie dat de vooruitgang van de mensheid onlosmakelijk verbonden is met de ontwikkeling van enige vorm van technologie heeft een neerwaartse spiraallijn gang gezet. De vitaliteit van de mens is in het geding en daarmee de ontwikkeling van zijn vermogens. Met kennis over zijn eigen levenskracht zal de mens de aansluiting bij zichzelf kunnen blijven voelen en voeden, een aansluiting die voor velen verloren dreigt te gaan in de steeds toenemende druk die de technologische verworvenheden uitoefenen op het leven in onze tijd.
De eeuwige mens
De mens heeft het eeuwige leven. Hij is met zijn ziel gebonden aan de werkingen van karma en reïncarnatie die ik in dit boek beschrijf. Deze wetten van zelfbestemming kunnen de mens vaste voet onder de grond geven. Ze kunnen een handreiking zijn voor mensen om een groter levensvertrouwen te aanvaarden en eerlijker, serieuzer en verantwoordelijker met zichzelf, met elkaar en met de levende werkelijkheid om te gaan. Ze geven mensen het besef van wat werkelijk van waarde is in het leven en ook de motivatie om daarvoor te gaan. Elke ziel is immers het vorige leven van zichzelf in een toekomst.